zaterdag 11 december 2010

3. Een kleuterviering

Op zondag 24 oktober 2010 is er een kleuterviering bij mijn zoontje (Alex, 4 jaar) op school geweest. Het is de eerste keer dat ik zo'n viering heb bijgewoond maar ik kan alleen maar zeggen dat de kinderen, de leerkrachten, ouders en ikzelf er volop van hebben genoten.




Het was een traditionele viering in aanwezigheid van de priester. We begonnen met het kruisteken en toen begonnen de kinderen het eerste liedje "Op stap" te zingen.
Juf Wies heeft de inleiding mogen doen.
Daarna hebben we het liedje "Ik trek mijn schoentjes" gezongen.
Een leerling van de basisschool mocht de schuldbelijdenis lezen.
Daarna heeft de priester de openingsgebed mogen doen.
De eerste lezing "Tien zilveren euro's" werd door juf Estelle verteld a.d.h.v. grote prenten.
De tussenzang "Soms zou ik willen ..." werd door de kleuters gezongen.
Het evangelie "Het verloren schaap" werd door de kleuters van de laatste kleuterklas uitgebeeld. Ze droegen allemaal een maskertje van een schaap behalve de schaapherder en de hond.
Terwijl de priester de gaven voorbereidde, zongen de kleuters het liedje "Kom leg je hand in mijn hand".
Samen hebben we allemaal de "Onze Vader" gebeden.
Daarna was het tijd voor de communie, kinderen kregen een kruisje op het voorhoofd.
Leerlingen van het lager hebben de voorbeden mogen doen.
Toen hebben de kleuters het slotlied "Anders zijn" mogen zingen.
Het slotgebed werd door de priester gedaan.
Een leerkracht heeft de viering mogen afsluiten.
Daarna hebben we gezamenlijk het lied "Vrolijke vrienden" gezongen.

Zoals je kunt lezen is het een echte viering geweest, alleen dat het op kleuterniveau was. Ik vind het belangrijk dat de school vieringen organiseert omdat heel veel ouders niet naar de mis gaan met hun kinderen. Zo weten kinderen vaak niet wat de bedoeling is van een mis. Hier krijgt de viering een essentie en leren kleuters deze ook kennen.

Doordat kinderen op deze viering worden voorbereid door liedjes te zingen, hun toneelstuk in te oefenen, vanalles te knutselen, verheugen ze zich op zo'n viering. Ze leren onbewust dat ze stil moeten zijn in een kerk, ze zien de volwassenen tijdens de mis rechtstaan en doen dit automatisch mee. Ze leren heel veel in zo'n viering gewoon door het van anderen te zien doen.

2. Een gelukkige samenleving!


Op 14 oktober 2010 heb ik een godsdienstles mogen observeren. Het lesje ging over een gelukkige samenleving.


De leerkracht begon haar les met de levensvraag of iedereen in onze samenleving gelukkig is. De kinderen mochten voorbeelden geven van wanneer zijzelf of iemand anders gelukkig of ongelukkig is. De leerkracht liet ze ook verwoorden waarom ze dachten dat ze gelukkig of ongelukkig waren.


A.d.h.v. de verhalen die de kinderen vertelden linkte de leerkracht hun verhaal aan het verhaal van Jozef, die eerst in de put zat en er daarna zelf was uitgeraakt. Ze gaf ook de essentie weer dat het aan jezelf ligt om uit die put te geraken.


Daarna liet de leerkracht ze het verhaal horen over Joke die CVS (chronische vermoeidheidssyndroom) heeft.
Joke vertelt niet alleen over haar ziekte maar ook over haar gevoelens. Hoe ze zich voelde vóór dat ze wist dat ze ziek was. Hoe ze zich voelde toen ze de ziekte ontdekten bij haar en hoe ze zich voelt nu dat ze haar ziekte heeft aanvaardt.

Dit verhaal heeft de kinderen duidelijk gemaakt dat je aan je "ongelukkig zijn" kunt werken om toch "gelukkig" te worden. Het is niet altijd even makkelijk maar je kan het uit jezelf leren maar ook van anderen leren.


Op het einde van de les gaf ze de leerlingen ruimte om te vertellen over zieke mensen die ze kennen en of deze mensen gelukkig of ongelukkig zijn. En hoe je deze mensen toch gelukkig kunt maken.


Ik vond dit een heel geslaagde les. De 5 geboden van goed godsdienstonderwijs komen zoals hierboven beschreven goed aan bod. De leerkracht staat niet centraal maar de leerlingen zelf. Ze helpt de leerlingen op weg, maar de rest komt van de kinderen zelf.


De visie van het leerplan komt hier ook duidelijk aan bod. De leerkracht speelt in op levensvragen. Hierdoor krijgen de kinderen de kans om over deze levensvragen na te denken. Adhv een actueel verhaal krijgen leerlingen een goed voorbeeld om zo tot de essentie van de les te komen.

De leerkracht vergelijkt de hele les aan het verhaal van Jozef, een verhaal dat de leerlingen al kennen. Ze wekt belangstelling voor het christelijk geloof.


Gedichtje:

Geluk is vindbaar, voor wie zoeken wil.

Geluk zit in kleine dingen, in weinig en in veel.

Geluk zit in liefde, in vriendschap en nog veel meer.

Geluk geeft de kracht, van anderen te leren.



1. TOV Handboek


Ik heb ervoor gekozen om een aantal lessen uit het handboek TOV5 te lezen. Zelf loop ik stage in het vijfde leerjaar en daar gebruiken ze ook het handboek TOV, vandaar mijn keuze voor dit handboek.

Als godsdienstleerkracht zou ik zeker de hand- en werkboeken van "TOV" aanraden aan de school. Dit omdat het leerboek volkomen aansluit op de visie van het leerplan Rooms Katholieke Godsdienst van het lager onderwijs. Ik zal dit aan de hand van een een aantal voorbeelden verduidelijken.

Het hoofdstuk dat ik zal bespreken gaat over "Grenzen".

* Kinderen worden geconfronteerd met de belangrijkste momenten van hun leven. Zowel positieve als negatieve.

LEVENSVRAGEN -> Er wordt van de kinderen verwacht dat ze gaan nadenken over iets wat vanzelfsprekend voor ze is maar toch heel belangrijk en soms ook heel moeilijk. De kinderen gaan zelf ontdekken wat belangrijk voor ze is.

* Kinderen worden met woorden/verhalen uit de Bijbel geconfronteerd.

RELIGIEUS -> Zo ontdekken de kinderen dat ook Jezus "Grenzen" heeft ervaren en dat het niet altijd makkelijk voor Hem was.
Uit het verhaal van Job zullen de kinderen inzien dat of het nu goed of slecht gaat je altijd in de goedheid van God moet blijven geloven, zoals Job het ook deed.


In het handboek staan ook verhalen van mensen die ook geconfronteerd worden met "Grenzen" en hoe ze ermee omgaan. Er staan ook gedichten en teksten in die kinderen zelf hebben geschreven om zo hun verdriet en angst te verwerken.

Wat ik het allerbelangrijkste aan dit handboek vind is dat het over de realiteit gaat. Kinderen worden met zichzelf en met hun geloof geconfronteerd en zien in dat ze met vragen zitten.
Ze gaan ook zelf op zoek naar antwoorden voor hun levensvragen. Dit allemaal door de ondersteuning van de verhalen uit de Bijbel die in het handboek staan.

In het werkboekje worden kinderen weer met zichzelf geconfronteerd maar nu moeten ze persoonlijk hun eigen visie neerschrijven, iets wat voor vele kinderen heel moeilijk is. Hierdoor groeien ze als mens en bouwen ze een eigen identiteit op, maar maken tegelijk ook kennis met het Christendom.