Componenten:
*Vertrouwen versus wantrouwen: Kinderen leren vele aspecten van het leven kennen en deze kunnen zowel positief als negatief ervaren worden. Maar ze moeten steeds op zichzelf kunnen vertrouwen.
*In verbondenheid met zichzelf en met anderen: Als kinderen voldoende warmte en geborgenheid ontvangen, kunnen ze ook leren warmte en geborgenheid geven.
*Openkomen voor symboliek: geloofstaal, rituelen, vieringen
Kinderen ontdekken dat leven een opdracht inhoudt. Ze kijken hierbij naar voorbeelden van mensen in hun omgeving en van Jezus.
Krachtlijnen:
Het is een levenscirkel waar je zelf aan moet werken. Kinderen leren zelf hun leven ontdekken zowel met vreugde als met pijn. Ze moeten bewust worden van hun groeikansen. Ze moeten in dankbaarheid groeien voor hun leven. Ze krijgen kansen om heel wat te ontdekken in de wereld maar moeten leren hun leven zinvol uit te bouwen.